Patiënten met hartklachten belanden nog vaak onnodig in het ziekenhuis. Daar is niemand bij gebaat: de patiënt niet, verzekeraars niet en ook ziekenhuizen zelf niet. Anderhalvelijnszorg kan een cruciale rol spelen bij het verder verbeteren van zorg voor hartpatiënten. HartKliniek wil daar via een partnership met Siemens Healthineers een belangrijke impuls aan geven. “We moeten vernieuwen, sterker nog, we moeten fundamenteel vernieuwen.”
Het verhaal van HartKliniek is er een van snelle groei. In nauwelijks 6 jaar is de organisatie uitgegroeid tot een netwerk van 9 cardiologische klinieken voor anderhalvelijnszorg door heel Nederland. Met als unique selling points dat patiënten sneller terecht kunnen en mogen rekenen op persoonlijke zorg, van één en dezelfde cardioloog. “Dat was de kern van ons oorspronkelijke idee”, zegt operationeel directeur Willem Baars. “In een ziekenhuis word je als patiënt langs allerlei verschillende afdelingen geloodst, in een proces waarin je de cardioloog zelf vaak nauwelijks te spreken krijgt. Terwijl die degene is die het totaal overziet. Zeker als er sprake is van meerdere aandoeningen, of als mensen privé met moeilijke situaties te maken hebben, heb je een cardioloog nodig voor een holistisch beeld. Dat vereist meer dan een dossier met uitslagen en foto’s.”
Géén privékliniek
Het was frustratie over de stroperige, onpersoonlijke praktijk die Willems broer, cardioloog Menno Baars, in 2014 aan het denken zette. Samen met cardioloog Chris Hie gooiden de broers het over een andere boeg en richtten ze HartKliniek op. “Geen privékliniek, zoals wel eens gedacht wordt”, zegt Baars. “We leveren hier gewoon door de verzekeraar vergoede zorg.

Wel in een veel kleinschaliger, wendbaarder model waarin er meer tijd voor de patiënt is en de cardioloog ruimte heeft voor persoonlijke aandacht. En we hebben geen wachtlijst. Voor een eerste gesprek trekken we een uur uit en als het nodig is gaan onze cardiologen samen met de huisarts op huisbezoek.”
Ziekenhuizen ontlasten
In die werkwijze neemt HartKliniek de verantwoordelijkheid voor een eerste screening, controles en zorg voor chronische patiënten. “Daarmee ontlasten we de ziekenhuizen enorm. Want van de 100 patiënten die met hartklachten bij de huisarts komen, blijkt bij gemiddeld 95 dat er óf geen sprake is van een cardiale aandoening, of dat ze met medicijnen behandeld kunnen worden.” Is er meer aan de hand, dan werkt HartKliniek samen met regionale ziekenhuizen. Baars: “Wij zien onszelf niet als een concurrent van ziekenhuizen, wij streven naar regionale samenwerkingsmodellen waarin we precies de vaak grote kloof tussen de huisarts en het ziekenhuis opvullen.”
Aantrekkelijke formule
Het succes van HartKliniek bewijst dat die formule werkt. Niet alleen vanuit het perspectief van de patiënt overigens, denkt Sjaak van der Pouw van Siemens Healthineers. “Voor verzekeraars is het ook aantrekkelijker als mensen sneller en op een plek met veel minder overheadkosten behandeld kunnen worden. Voor ziekenhuizen – én voor de patiënt – is het ook alleen maar goed als cardiologen in ziekenhuizen zich meer kunnen concentreren op complexere gevallen en klinische ingrepen.

De filterfunctie waar Willem het net over had, die past eigenlijk niet bij de opzet en aard van een ziekenhuis. Die leidt af.” Baars denkt dat als je naar de zorg als geheel kijkt, en de uitdagingen waar die voor staat, het ziekenhuis als poliklinisch centrum misschien wel zijn beste tijd gehad heeft. “Niet dat er daar niet met hart en ziel zorg wordt verleend, integendeel. Het zijn vooral de complexe structuur, de processen en de overheadkosten in een ziekenhuis die te zwaar op de organisatie drukken.”
Kwetsbaarheid model
De coronacrisis heeft de kwetsbaarheid van dit model laten zien. Van der Pouw: “Ziekenhuizen hebben zich op complexe zorg moeten focussen en de polikliniek noodgedwongen op een lager pitje moeten zetten. Die zorg weer opstarten gaat in veel ziekenhuizen niet van de ene op de andere dag.” Baars: “Ook wij hebben tijdelijk een aangepast zorgaanbod moeten bieden.”
Van der Pouw is ervan overtuigd dat anderhalvelijnszorg hard nodig is om de zorg op niveau te houden. “En dat niveau is hoog. De Nederlandse cardiologische zorg is van internationaal topniveau. Om dat zo te houden, moeten we blijven investeren in meer efficiëntie en slagkracht. Het aantal patiënten met hartfalen gaat in Nederland de komende jaren en decennia enorm toenemen. In ziekenhuizen wordt het een hele tour de force om die groei op te vangen. Jullie zijn wendbaar, lean en mean, en kunnen dat als geen ander.”
Vernieuwen
Zowel Baars als Van der Pouw verwachten daarbij veel van digitalisering, een van de centrale thema’s in een partnership dat HartKliniek en Siemens Healthineers stap voor stap aan het uitbouwen zijn. Baars: “De eerste gesprekken daarover voerden we tijdens onze zoektocht naar een PACS-systeem. We wilden daar écht een hoogwaardige oplossing voor. Want als je, net zoals wij, netwerkcardiologie wilt ontwikkelen, in een naadloze samenwerking met huisartsen en ziekenhuizen, en met meerdere van onze klinieken door het land, dan wil je altijd en overal toegang tot dezelfde beelden.” De scope van de gesprekken waaierde echter al snel breder uit, want er zijn tal van terreinen waarop technologie de kwaliteit van zorg kan verbeteren. “We willen blijven verbeteren en vernieuwen”, zegt Baars. “En in dit geval betekent vernieuwen ook echt dat je fundamenteel vernieuwt.”
Digitalisering
Een van de richtingen die HartKliniek en Siemens Healthineers daarbij verkennen, is verder digitaliseren van de zorg. Baars: “In onze filosofie draait alles om het dichter bij de patiënt brengen van zorg. Digitalisering biedt unieke mogelijkheden om met wearables, thuismonitoring en remote consulting die zorg tot bij de mensen thuis te brengen.”
Toch gaat dat niet vanzelf, voegt Baars er gelijk aan toe. “Het idee van monitoring op afstand is natuurlijk niet nieuw. Maar wat je tot dusverre zag, was dat die data allemaal via een centraal monitoringspunt verzameld en verwerkt werd. Waarna de cardioloog een rapport krijgt. Kortom: er komt dan toch weer een schakel tussen patiënt en cardioloog te staan, en dat is nu juist wat wij niet willen. Ook hier willen we dat de cardioloog zelf aan de knoppen kan zitten, het hele plaatje overziet en zorg op maat kan leveren. Vergelijk het met een echo maken. Bij ons doet de cardioloog dat zelf of gezamenlijk met een hartfunctielaborant die gespecialiseerd is in echocardiografie.”

Artificial intelligence
Van der Pouw: “Digitalisering kan daarbij de cardioloog ondersteunen en werk uit handen nemen. De artificial intelligence in onze nieuwste software is zo hoogwaardig dat die een belangrijke voorselectie uit de data kan maken. Je kunt daarmee een deel van de kennis en zelfs professionele intuïtie van de arts automatiseren. Zonder dat die de controle verliest.”
Baars: “En dat is voor ons cruciaal, want de cardioloog kijkt de persoon in de ogen, weet wat er in diens leven speelt, ziet ook zaken die niet in de data terugkomen. Zeker bij patiënten met hartklachten is het belangrijk dat je geen beslissingen neemt op basis van uitschieters in de data. Heel concreet: als je weet dat iemand thuis iets ergs meemaakt, kijk je toch anders tegen een hoge bloeddrukwaarde aan.”
Snelheid van diagnostiek
Een tweede thema in de samenwerking richt zich op manieren om de snelheid van diagnostiek - zowel bij HartKliniek zelf als bij partners – te verhogen. Van der Pouw: “Juist bij patiënten met hart- en vaatziekten is snelheid van belang. Want het kan ook snel misgaan. Terwijl als je uittekent welk pad iemand met hartklachten op dit moment doorloopt, er soms wéken overheen gaan voor een diagnose gesteld is.”
Op dit moment onderscheidt HartKliniek zich al door in verreweg de meeste gevallen dat hele pad tot één onderzoeksdag in de eigen kliniek te kunnen terugbrengen. Technologie biedt volgens Van der Pouw en Baars kansen om dit voor meer patiënten te kunnen doen, door in de kliniek zelf gebruik te maken van meer beeldvormende modaliteiten en laboratoriumdiagnostiek.
Patient journey
De stip op de horizon – die volgens Baars niet eens zo ver weg is – is verdere integratie in het zorglandschap. “Ik weet zeker dat we samen met huisartsen en ziekenhuizen nog heel veel efficiëntiewinst kunnen boeken. Sneller duidelijkheid aan patiënten geven, dubbel werk voorkomen, en in nauwe samenwerking ervoor zorgen dat interventies snel en op de juiste plek gedaan worden, en de juiste volgorde.” Van der Pouw: “Dat zal betekenen dat er meer keuzes gemaakt moeten worden, over wie wat doet en wie zich waarin specialiseert. Maar uiteindelijk draait de zorg maar om één ding: een patient journey die zo goed en efficiënt mogelijk verloopt.”