Prof. Joachim Wildberger (Maastricht UMC+) blikt terug op de eerste dagen van de pandemie

Beeldvorming in Coronatijd

Redactie HealthMatters

|2021-06-14

Met dank aan vaccins lijkt de pandemie dan eindelijk te worden bedwongen. Het is nog maar moeilijk voorstelbaar dat het pas 16 maanden geleden is dat Nederlandse ziekenhuizen te maken kregen met een virus waarover niet veel bekend was, en een besmettingsgolf waarvan ze het verloop niet konden voorzien. Hoe bereid je je voor op zoveel onzekerheid? Prof. Joachim Wildberger, hoofd van de afdeling Beeldvorming in het Maastricht UMC+, blikt terug op de eerste, spannende weken van de crisis, en op de rol die beeldvorming speelde in het beheersen ervan.

Als Joachim Wildberger eind februari 2020 in Leiden aanschuift voor een regulier overleg met collega’s uit twee andere academische ziekenhuizen, lijkt het nieuwe coronavirus voor veel Nederlanders nog een ver-van-mijn-bedshow. De eerste Nederlandse besmetting wordt pas enkele uren later bekend, en weinigen voorzien welke vorm en omvang de besmettingsgolf vervolgens kan aannemen. Wildberger en zijn collega’s volgen de ontwikkelingen echter op de voet. “De grote vraag was: wanneer bereikt dit virus Nederland? En hoe kunnen wij ons op dat moment voorbereiden?”


Hun gevoel van urgentie wordt verder versterkt als een van de aanwezige radiologen een Chinese onderzoeker vraagt aan te schuiven die tijdelijk in Nederland werkt. “Die zei op het punt te staan om naar China terug te gaan, omdat de situatie in Nederland volgens haar absoluut niet veilig was. Het gevaar van het virus werd door velen – ook in de zorg – zwaar onderschat. Diezelfde middag hebben we ook nog contact gehad met het RIVM en Jaap van Dissel, en zijn we gaan nadenken over wat we vanuit de radiologie aan het beheersen van een uitbraak zouden kunnen bijdragen.”

Dat CT-opnamen een belangrijke rol zou moeten spelen bij het beheersen van een uitbraak was hen duidelijk. Wildberger: “De dag ervoor was een grote studie gepubliceerd met ruim 1.000 COVID-19 patiënten uit Wuhan, waaruit bleek dat de sensitiviteit van CT maar liefst 97% was(1). De conclusie was dat het een goed alternatief op PCR-testen zou zijn.” En over PCR-testen gesproken: ”Het was al duidelijk dat we in Nederland daar een tekort aan zouden hebben. Bovendien kost zo’n test tijd. We voorzagen dat we met grote aantallen patiënten met corona-achtige verschijnselen te maken zouden krijgen, en dan is er grote behoefte aan snelle triage.”

CT-opnamen bieden in zo’n geval binnen enkele seconden uitsluitsel over potentiele afwijkingen in de longen. “Onder normale omstandigheden weet je op grond daarvan alleen dát er iets aan de hand is, wat allerlei verschillende oorzaken kan hebben. Maar als de prevalentie van een ziekte zo hoog is als die van COVID-19 tijdens deze pandemie, kun je op basis van zo’n opname met redelijke zekerheid besluiten of iemand wel of niet besmet is, en of quarantaine of opname nodig is.” 

Daarnaast beseft Wildberger dat het gezien de pandemiedreiging belangrijk is deze triage fysiek te scheiden van de ‘reguliere’ beeldvorming. Hij slaagt er begin maart in om een mobiele CT-ruimte voor het MUMC+ te charteren – “waarschijnlijk een van de laatst beschikbare in Nederland of zelfs Europa”. Rondom deze unit wordt op het parkeerterrein van het ziekenhuis in hoog tempo een triagetent ingericht, compleet met eigen onderzoeks- en wachtruimtes. De voorziening is medio maart klaar voor gebruik, als ook in Maastricht de eerste COVID-19-patiënten zich melden.

Tijdens de opbouw krijgt Dave Douwes een appje van zijn zoon, die langs het ziekenhuis rijdt en ziet dat er op het parkeerterrein een CT-scanner wordt neergezet. Dave is applicatiespecialist CT bij Siemens Healthineers, woont in de omgeving van Maastricht en begon zijn loopbaan op de radiologische afdeling van het MUMC+. Hij belt gelijk een van zijn oud-collega’s om te vragen wat de plannen zijn en of hij kan helpen.

Waar het ziekenhuis op dat moment vooral behoefte aan heeft, is menskracht. Wildberger: “We hadden een strategie uitgestippeld met drie uitgangspunten: triage ondersteunen, zo goed mogelijk de normale, belangrijke zorg faciliteren – in een ‘schone’ omgeving, dus los van de COVID-patiëntenstroom – én voorkomen dat er in ons eigen team slachtoffers zouden vallen. Dat was op dat moment één van de grote angstbeelden: dat net als in Italië zorgpersoneel zelf op de IC terecht zou komen. Dat had ook hier gekund. We hebben zelfs op de CT-scanner speciale protocollen ingericht die iedereen zou kunnen bedienen, ook beginnende laboranten.”

Om die strategie te kunnen uitvoeren, wordt de afdeling in een ‘schone’ en ‘potentieel besmette’ zone verdeeld. Ook worden alle medewerkers in twee zelfsturende teams georganiseerd. De afdeling schakelt daarbij over op 12-uursdiensten. Een pittige personele uitdaging, realiseert Dave zich, en hij biedt aan te komen helpen. Siemens Healthineers schaart zich even later achter zijn initiatief en geeft hem de benodigde ruimte. Kort daarna wordt hij in de ploegendiensten van het MUMC+ opgenomen en breekt een hectische tijd aan, waarin hij om en om een week voor Siemens Healthineers werkt en een week lang 12-uursdiensten meedraait.

Wildberger is nu nóg onder de indruk van dat aanbod. “Mensen buiten het ziekenhuis hebben het vaak niet meegekregen, maar er heerste hier in die eerste weken echt angst. We stonden al sinds begin februari in dagelijks contact met collega’s in Noord-Italië, dus we wisten hoe heftig het kon worden: de confrontatie met patiënten die een angstige doodsstrijd voeren, maar ook met een virus waarover we eigenlijk nog steeds niet veel wisten. Ook niet over de risico’s die we als zorgverleners liepen, temeer omdat we zeker de eerste weken te weinig van de juiste beschermingsmiddelen hadden. Juist laboranten – die qua patiëntcontact in de vuurlinie stonden – hebben enorme moed getoond. En dat Dave onder die omstandigheden aanbood om hier te komen helpen, vind ik echt nog steeds heel bijzonder.”

<p>Prof. Joachim Wildberger</p>

Naast de zorg om de eigen veiligheid en die van collega’s was er de reële angst dat de golf aan patiënten echt onbeheersbare vormen zou aannemen. Wildberger pakt een grafiek erbij met het verloop van het aantal besmettingen. “We moesten besluiten nemen zonder dat we het verdere verloop van de crisis konden extrapoleren. Alles wat we op dat moment zagen, is dat de golf echt een ongekend verloop had: we bereikten in 8 weken een niveau waar je bij de reguliere influenza twee keer zo lang over doet. Niemand wist welke richting het op zou gaan, wel wil je op alle scenario’s voorbereid zijn.”

Dat laatste doet het MUMC+ onder meer door het vlakbij gelegen MECC-congrescentrum om te bouwen tot een tijdelijk ziekenhuis, met ruimte voor 274 patiënten. Dave: “Dat was echt een ongekende operatie. In vier dagen tijd is dat compleet ingericht: bedden voor meer dan 270 patiënten, zuurstofvoorzieningen, stapeltjes kleding voor zorgverleners, beschermingsmiddelen, tot en met WiFi en lampen op de nachtkastjes. Werkelijk óveral was aan gedacht.” Wildberger: “Gelukkig bleek het uiteindelijk niet nodig. Maar zelf vind ik het inrichten van die faciliteit nog steeds een van de meest bijzondere episodes uit die eerste golf. De snelheid, enorme inzet van alle betrokkenen en de unieke samenwerking onderling waren indrukwekkend.”

“Dat de meest zwarte scenario’s in ons land niet zijn uitgekomen is een opluchting. Wij hebben het met ons allen heel goed gedaan”, zegt Wildberger. “Het maakt evaluatie ergens ook lastig”, zegt Wildberger. “Hebben we hier nu maatregelen genomen die achteraf niet nodig waren, of is de golf net beheersbaar gebleven omdat we ‘m met elkaar goed gedaan hebben? Dat is de eeuwige paradox van crisismanagement.” Een belangrijke onderliggende vraag in die discussie is wat goede zorg ons waard is, vindt hij. “We hebben in Nederland een zeer efficiency-gedreven zorgsysteem, dat uitstekend functioneert – zolang er geen onverwachte dingen gebeuren.” De relatieve luwte na de eerste golf hebben Wildberger en zijn collega’s ook benut om hun eigen rol in de diagnostiek van COVID-19 te evalueren.

Wat misschien nog wel het meest beklijft, is hoe de pandemie het beste in zoveel mensen heeft losgemaakt. Wildberger: “Daar ben ik echt vaak stil van geworden. De inzet van iedereen, de manier ook waarop teams –laboranten, radiologen, ondersteunende collega’s tot en met de schoonmakers – echt als een eenheid werkten en er voor elkaar waren. Of, nog maar eens, hoe mensen als Dave zich hebben aangeboden. We hebben het vaak over de patiënt centraal stellen, dat was hier nu echt als nooit tevoren het geval. Het was een bij tijden zorgelijke, soms angstige tijd. Maar als je in de zorg werkt, heb je daar ooit bewust voor gekozen omdat je mensen wilt helpen. Dus je realiseert je ook wel heel scherp dat dit ergens je bestemming is. Hier doe je het voor.”

1