Certe is veruit de grootste laboratoriumorganisatie in de drie noordelijke provincies, met vestigingen én prikposten in Drenthe, Groningen en Friesland. Voor zowel de routine- als de specialistische analyses op het gebied van bloedstolling ontwikkelde Certe, samen met Siemens Healthineers, een nieuwe logische opzet en werden een aantal analyzers vervangen.
Certe is ontstaan door een fusie van het huisartsenlaboratorium LabNoord, het Laboratorium voor Infectieziekten en de trombosedienst. Enkele jaren geleden kwam daar het KCL Leeuwarden bij dat de klinisch-chemische en hematologische labs van Medisch Centrum Leeuwarden en Tjongerschans in Heerenveen exploiteert. Ook de laboratoria van het Groningse Martini Ziekenhuis maken deel uit van Certe, net als die in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen, Refaja Ziekenhuis Stadskanaal en de Ommelander Ziekenhuis Groep (Winschoten en Delfzijl).
Logistieke opzet
“We zijn in relatief korte tijd flink gegroeid”, vertelt klinisch chemicus Rob Oude Elferink, die bij Certe onder meer hemostase als aandachtsgebied heeft. “Met de komst van de locaties in Leeuwarden en Heerenveen en een aantal Groningse perifere ziekenhuizen bleek het zinvol en nuttig naar de logistieke opzet van onze hemostasebepalingen te kijken, voor zowel de routine- als de speciale technieken.”
Eén locatie
“Ons streven is en blijft om speciale technieken zoveel mogelijk te concentreren op één locatie”, vervolgt Materiedeskundige Bert Nienhuis. “Leeuwarden bleek daarvoor de beste setting, zodat we in Groningen de specials zijn gaan afbouwen.” Die logistieke ambitie vroeg natuurlijk wel om een heroverweging: waar is welke apparatuur nodig? Oude Elferink: “Na de uitbreiding met de Friese laboratoria hebben we zo’n tweeënhalf jaar geleden een impactanalyse gemaakt. We bieden een heel breed pakket aan analyses aan en dan wil je de voor- en nadelen van de dagelijkse uitvoering goed tegen elkaar afwegen.”
Open vizier
Certe sprak met een aantal leveranciers. “We gebruikten hier al analyzers van Siemens op een aantal labs”, vervolgt Oude Elferink. “Dat namen we mee in de overweging. Omdat die analyzers soms nog niet afgeschreven zijn, maar ook om de betrouwbaarheid van de apparatuur, de goede support van Siemens en omdat het inwerken en aanpassen van voorschriften tot een minimum beperkt zou blijven. Dat heeft immers de minste impact.”
Nienhuis: “Toch hebben we met open vizier naar meerdere aanbieders gekeken. We hebben in de tender diverse partijen gevraagd om op basis van onze productiegegevens en bijbehorende aspecten een advies uit te brengen. Hoeveel analyzers en capaciteit zijn er nodig per locatie? Ook betrouwbaarheid en eventuele storingen – en dus back-upscenario’s – namen we daarin mee.” Oude Elferink: “Bij de laatste twee leveranciers die overbleven – waaronder Siemens Healthineers – bleken de specificaties vergelijkbaar. Daarom zijn we naar de overige aspecten gaan kijken. Waarom Siemens Healthineers dan wint? Door de reproduceerbaarheid en het gemak van de monsterafhandeling bijvoorbeeld. Maar ook de service én nieuwe ontwikkelingen, zoals clot waveform analysis en trombocytenaggregatie.”
Verandering
Het analyzerlandschap binnen Certe is niet ingrijpend veranderd. “Wel gaan we in Leeuwarden van drie naar twee analyzers terug. Dat klinkt ingrijpender dan het is”, legt materiedeskundige Rudi de Jong uit, die gestationeerd is in Leeuwarden. “De derde analyzer kwam oorspronke¬lijk vanuit Dokkum naar Leeuwarden. We draaiden op één analyzer de specials en op de andere twee routine. Een luxe situatie. We deden 500 monsters per dag in de routine, maar kunnen terug naar twee analyzers, omdat capaciteit niet het probleem is. Onder meer vanwege de invoering van de point-of-caremeting van de INR bij trombosedienstpatiënten. Het aantal monsters dat nog echt naar het lab komt, loopt daarmee drastisch terug.” Ook als back-up is die redundantie niet meer strikt nood¬zakelijk, vanwege het grote aantal locaties. Oude Elferink: “Voor sommige locaties is nu bewust gekozen voor één analyzer, waarbij de locaties onderling elkaars back-up vormen. Stadskanaal en Winschoten bijvoorbeeld.”
Business case
De Groningse laboratoria van Certe maakten al gebruik van analyzers van Siemens Healthineers voor hemostase. Ook daar geldt dat het aantal samples voor bijvoorbeeld International Normalized Ratio (INR) afneemt door de opkomst van point-of-care, bevestigt Nienhuis. “Hier zijn twee Sysmex CS-5100 analyzers geplaatst en handelen we zo’n 1.000 monsters per dag af.” Natuurlijk is het voordeliger om dergelijke analyses wel in het lab te blijven doen. “Maar het past naadloos in de hedendaag¬se tendens om de patiënt als zijn eigen behandelaar te ondersteunen”, weet ook Oude Elferink. “Informatie over de behandeling is veel sneller beschikbaar. En dat is een interessante business case voor de trombosedienst. Bijko¬mend voordeel voor onze laboratoria is dat de piekbelas-tingen lager worden.”
Schuifpuzzel
Hoewel de speciale analyses van Certe voor bloedstol¬ling gecentraliseerd zijn in Leeuwarden, kreeg Groningen net als Leeuwarden wel een eigen Sysmex CS-2500 met extra opties. Oude Elferink: “Het Martini Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis waar je wel over een aantal extra opties, zoals de trombocytenaggregatie, wilt beschikken. Voor Leeuwarden geldt datzelfde. De twee CS-2100i’s uit Groningen die nog goed zijn, worden verplaatst naar de locatie in Heerenveen.” De schuifpuzzel waarbij analyzers zijn vervangen en verplaatst, verliep relatief eenvoudig. In Leeuwarden zijn eind vorig jaar de nieuwe analyzers geplaatst. De Jong: “Momenteel lopen het validatietraject en het verificatieprotocol, om alle specials-bepalingen te vergelijken met de oude apparatuur. Dat ziet er goed uit. Voor onze routine zijn we al klaar.”
Validatie
Het grote aantal locaties heeft wel een impact op de validatie. “Met name de kwaliteitsborging”, vertelt Oude Elferink. “Een nieuw lotnummer van reagentia moet je goed testen om verschillen te voorkomen tussen uitsla¬gen van verschillende analyzers en locaties. De ervaring leert dat de Sysmex-analyzers van Siemens Healthineers naadloos aansluiten, zodat een op één locatie uitgevoer¬de validatie van een nieuw lotnummer reagens bruikbaar is voor alle locaties. Een belangrijk pluspunt als je het ons vraagt.” Nienhuis: “Per lotnummer worden reagentia ge¬valideerd en dat geeft per locatie geen merkbaar verschil. Vroeger waren er meer variaties per apparaat.”
Maatwerk is nodig
“Wat nog wel wat voeten in aarde heeft, is de koppeling met het Laboratorium Informatie Systeem (LIS)”, weet De Jong. “Dat ligt niet zozeer aan de nieuwe en verplaatste analyzers, maar wel aan het feit dat we in Leeuwarden en Heerenveen daarvoor andere software gebruikten. Dat vraagt wat van IT en de manier van werken. Maatwerk is sowieso per locatie en apparaat nodig, maar Siemens is erg betrokken en denkt goed mee.”
Bundeling van krachten
Die betrokkenheid is overigens breder merkbaar, vinden de drie. “Iedereen gaat er open in, het voelt echt als een bundeling van krachten”, zegt Oude Elferink. “En dat is prettig, want scholing is wel nodig. Met name voor de collega’s in Leeuwarden die in tegenstelling tot de anderen wel voor het eerst met Siemens gaan werken.” De Jong: “Het is wat anders werken, dat wel. Een aantal collega’s heeft al uitleg gehad van de applicatiespecialist van Siemens Healthineers, later volgen anderen. Met name over de aard van de (fout)meldingen en de interpretatie van curves is support zinvol.”
NOAC’s
“De Friese collega’s reageren nuchter”, vervolgt De Jong. “De meesten zijn tevreden. Het gaat om kleine dingen. Niet dat het moeilijk is, maar het is anders. Het gaat erom zaken te leren kennen. Je krijgt bijvoorbeeld veel meer informatie terug over het proces en daar moeten we nog onze weg in vinden. De coaching die we krijgen helpt daar prima bij.” Oude Elferink: “De apparatuur is zeer toegan¬kelijk. In de bediening, maar ook in mogelijkheden. Naast de standaardkits en -protocollen is er verder alle ruimte voor eigen testen die we hier samen met Siemens Healthineers hebben ontwikkeld. Bijvoorbeeld onze spiegelbepalingen voor nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s). En dat is uniek. Certe en het Martini Ziekenhuis bieden als eerste in Nederland 24 uur per dag, zeven dagen per week een spiegelbepaling aan voor deze NOAC’s. Zeker op de SEH kan het belangrijk zijn om bij een trombose of bloeding onder NOAC-therapie of bij een acute ingreep te weten wat spiegel van de NOAC is. Daarom bieden we voor dergelijke noodsituaties voor de verschillende NOAC’s deze spiegel aan. Kostbaar? Dat is iets wat je afweegt ten opzichte van de service die je biedt en de meerwaarde natuurlijk. Daarnaast beschikken de analyzers van Siemens Healthineers over gekoelde plekken aan boord om reagentia te bewaren, zodat ze langer houdbaar blijven.”
Het hele proces bij Certe moet halverwege dit jaar afgerond zijn, denkt Oude Elferink. “Hopelijk zijn we in mei helemaal ingewerkt, gekoppeld aan het LIS én gevalideerd!"