Nauw aan het hart: Meer dan 50 jaar borstonderzoek onder de loep

In 2018 stierven wereldwijd meer dan 2,09 miljoen1 vrouwen aan borstkanker. Jaar na jaar ijveren organisaties wereldwijd om dit aantal terug te dringen, onder meer door in oktober des te meer vrouwen aan te zetten om zich vroegtijdig te laten screenen. Zo werpt de borstkankermaand keer op keer meer vruchten af. In 2010 werd in België bij 9.908 vrouwen de diagnose gesteld, in 2016 steeg dit cijfer naar 10.700. Ook wordt de kanker alsmaar vroeger vastgesteld, waardoor de vijfjaarsoverleving tussen 2010 en 2016 steeg van 88% naar 90,5%. Een positieve trend die in grote mate te danken is aan nieuwe technologieën in de medische beeldvorming. Zo’n vijftig jaar na de eerste mammografie is het duidelijk dat het borstkankeronderzoek reeds een sterke evolutie heeft doorgemaakt.

De eerste klassieke mammografie werd uitgevoerd in 1957. Dit gebeurde nog volledig analoog. Om een beeld te krijgen van het weefsel werd de borst tussen twee platen geknepen. Vervolgens werd met behulp van x-stralen een foto genomen die dan in een donkere kamer ontwikkeld werd. Onder impuls van de eerste Europese screeningsprogramma’s in de jaren ‘70, met name in de Scandinavische landen, zagen we in de jaren ’80 een sterke verbetering van de filmkwaliteit.

50 jaar borstonderzoek
Enkele jaren later kenden twee nieuwe beeldvormingstechnieken hun opmars in het onderzoek naar borstkanker: MRI en Echografie. Een MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) maakt gebruik van magneetvelden en radiogolven om weefsel te onderzoeken. Gezien de hogere gevoeligheid van deze techniek in vergelijking met mammografie wordt een MRI vaak als aanvulling op een mammografisch onderzoek gebruikt bij vrouwen die een genetische afwijking hebben waardoor ze duidelijk meer kans hebben om borstkanker te ontwikkelen. Het is zo dat het risico op borstkanker voor vrouwen bij wie een familielid van de eerste graad (moeder, zus, dochter) onder de leeftijd van 50 jaar wordt getroffen door de kanker, dubbel zo groot is.2

Naast de mammografie en MRI deed een derde beeldvormingstechniek ook zijn intrede: de echografie van de borst. Bij deze techniek wordt door middel van ultrageluid het borstweefsel in beeld gebracht. Een echografie van de borst gebeurt voornamelijk als bijkomend onderzoek na een mammografie. Zo is bij dense borsten met veel klierweefsel een mammografie alleen niet voldoende om een borstletsel uit te sluiten. Een echografie van de borst is ook aangewezen bij jonge (<30 jaar) vrouwen wanneer er bv. bij een zelfonderzoek een knobbeltje wordt gevoeld of in geval dat röntgenstraling moet worden vermeden. Ook kan, als er een verdacht letsel wordt gevonden, via echografie een staaltje worden genomen voor analyse. 

50 jaar borstonderzoek

Na de eeuwwisseling, rond 2003, maakte de klassieke mammografie de overstap van analoog naar digitaal. De beeldkwaliteit steeg omdat men de beelden op de computer kon gaan manipuleren. Het werd mogelijk om het contrast aan te passen en in te zoomen op bepaalde delen van het weefsel.

De digitale mammografie is tot op vandaag de standaardtechniek bij een screening omdat deze snel verloopt, doorgestuurd kan worden naar een andere plaats en de manipulatie van het beeld gemakkelijker is. Het resultaat is merkbaar. Cijfers van het Bevolkingsonderzoek Borstkanker tonen aan dat in 2017 bijna elke vrouw (90%) haar resultaat al binnen de 8 dagen kreeg. Hierdoor kreeg 86% van de vrouwen binnen de maand na de screening een vervolgonderzoek. Ze worden dus sneller doorverwezen of gerustgesteld.

De technologische revolutie trok zich door in 2009 met de intrede van 3D en de tomosynthesetechniek. Door foto’s te maken van de borst onder verschillende hoeken, kan een driedimensionaal beeld gecreëerd worden van de binnenkant van de borst. Hoe groter de hoek, hoe beter de beeldkwaliteit. Borstkankers die vroeger verborgen bleven door weefseloverlapping konden zo in een vroeger stadium gedetecteerd worden. Siemens Healthineers kon als eerste de hoek vergroten naar 50°, wat de diepteresolutie merkbaar vergrootte en de beeldkwaliteit beter maakte dan ooit tevoren.

Tot op vandaag hebben de verschillende beeldvormingstechnieken specifieke voordelen. “In die zin zijn ze complementair”, vertelt Irmgard Van Driessche, Business Manager X-ray producten bij Siemens Healthineers. “Afhankelijk van de situatie en de individuele patiënt wordt een bepaalde techniek gekozen. Zo evolueren we steeds meer naar een gepersonaliseerde zorg. Ook de kwaliteit van de beelden blijft verder toenemen door ervaring en technologische ontwikkelingen. Bij klassieke mammografieën bijvoorbeeld stijgt de beeldkwaliteit terwijl de stralingsdosis daalt. Dit mag niet onderschat worden. Er heerst een besef in het borstkankeronderzoek dat men in screenings niet met patiënten werkt maar met gezonde vrouwen.”

Terwijl de beeldvormingstechnieken doorheen de jaren een sterke evolutie doormaakten, namen ook de complexiteit en hoeveelheid toe van de data die specialisten moeten verwerken en interpreteren. Vooral de laatste jaren gaat daarom veel aandacht naar het ontwikkelen van nieuwe reading solutions en CAD-oplossingen (Computer aided detection) die moeten helpen om de enorme datavolumes te interpreteren. De intrede van artificiële intelligentie in de medische beeldvorming is wat dat betreft een verademing.

50 jaar borstonderzoek

“De hoeveelheid data stijgt disproportioneel met de specialisten die deze moeten verwerken”, vertelt Professor en radioloog Chantal Van Ongeval, verbonden aan UZ Leuven en gespecialiseerd in borstradiologie en screeningsmammografie. “AI zal de radioloog echter niet vervangen maar bijstaan, bijvoorbeeld door manuele metingen te vervangen door automatische en meer efficiënte metingen. Zo kan de radioloog zijn aandacht focussen op het vinden van letsels welke in relatie staan tot de klachten van de patiënt, en bovenal tijd nemen voor het adviseren van aanvullende onderzoeken of handelingen in geval er geen verklaring is voor bepaalde klachten. Bovendien zal AI de standaardisatie van metingen verbeteren waardoor het niet meer uitmaakt welke radioloog de metingen uitvoert. De radioloog zal wel de eindverantwoordelijkheid voor het gehele onderzoek blijven dragen.”

Ook is het duidelijk dat net als de technologieën ook het beroep van radioloog onderhevig is aan evoluties. Eenvoudigweg een mammografie tegen een lichtplaat houden is verleden tijd. Van radiologen, en dan meer specifiek van radiologen die binnen georganiseerde borstkankerscreening als eerste of tweede lezer werken, wordt een regelmatige bijscholing en daarmee gepaard gaande accreditering verwacht. Specialisten leren steeds meer van elkaar hoe ze beelden moeten interpreteren en laten zich zelfs frequent bijscholen om de nieuwste technieken onder de knie te houden.

Maar een van de belangrijkste en meest recente evoluties is de groeiende aandacht voor het comfort van de patiënt. Zo wordt de borstcompressie met de laatste technologie steeds beter afgestemd op de borstsamenstelling van de individuele vrouw. De compressie wordt tot een minimum beperkt zonder de beeldkwaliteit in het gedrang te brengen. Ook de ergonomie en de gebruikte materialen van de compressieplaten blijven evolueren zodat ze aangenamer aanvoelen. “Dat is een wereld van verschil. Veel vrouwen staan weigerachtig tegenover een screening omwille van de pijn. In de strijd tegen borstkanker is dit een van de belangrijkste drempels om te overwinnen”, besluit Irmgard Van Driessche.

De WHO raadt vrouwen tussen de 20 en 39 jaar oud aan om maandelijks een zelfonderzoek te doen.3 Vrouwen tussen 40 en 49 worden verzocht om naast een maandelijks zelfonderzoek jaarlijks een klinisch borstonderzoek te laten uitvoeren. Vrouwen ouder dan 50 laten zich best om de twee jaar testen met behulp van een mammografie.

Sinds het begin van de jaren 2000 bestaat er in België en nationaal screeningsprogramma voor borstkanker dat zich richt op vrouwen tussen 50 en 69 jaar. Vrouwen in deze leeftijdscategorie ontvangen iedere twee jaar een uitnodiging om gratis deel te nemen aan dit programma in de erkende radiologieafdeling van haar keuze. De mammografieën die in het kader van dit programma worden uitgevoerd volgen een gestandaardiseerde procedure die op basis van Europese kwaliteitsnormen is vastgesteld. De leeftijdscategorie is vastgesteld op 50 tot 69 jaar omdat op deze leeftijd het opsporen van borstkanker in een vroeg stadium het meeste kans op genezing biedt. Dit georganiseerde screeningsprogramma valt onder de verantwoordelijkheid van de regio's, maar de mammografieën worden terugbetaald door het RIZIV.
Daarnaast kunnen vrouwen er ook voor kiezen om hun screening te laten uitvoeren buiten het georganiseerde en gecontroleerde programma om. Deze zogenaamde ‘opportunistische’ screening bestaat meestal uit een klinisch onderzoek door een specialist, een mammografie en vaak ook een echografie.

borstkanker in cijfers
  • Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker onder vrouwen.
  • Ongeveer één vrouw op negen zal borstkanker krijgen voor de leeftijd van 75 jaar.
  • 75% van de borstkankers doen zich voor na de leeftijd van 50 jaar.
     
  • 1957: Eerste analoge mammografie met x-stralen
  • 1988: Eerste borstkankeronderzoek met MR, magnetische resonantie
  • 1991: Stereotactische biopsie
  • 2001: Start regionale screeningsprogramma’s in België
  • 2003: Eerste digitale mammografie
  • 2005: Digitale mammografie wordt toegelaten in de Belgische screening
  • 2009: Eerste tomosynthese van de borst in 3D
  • 2016: Synthetische mammogram
  • 2018: Contrastmammografie
     

1 WHO data
2 U.S. Breast Cancer Statistics. (2019, 13 februari). Geraadpleegd van https://www.breastcancer.org/symptoms/understand_bc/statistics
3 WHO position paper on mammography screening https://www.who.int/cancer/publications/mammography_screening/en/
4 Cancer Fact Sheets, Stichting Kankerregister, Incidentiejaar 2016, Brussel 2019